Bewegen is goed voor het lichaam en brein.
Dit weten we over het algemeen wel maar nog steeds beweegt slechts iets meer dan de helft van de bevolking voldoende. In 2019 voldeed 49,1% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder aan de Beweegrichtlijnen. Dit percentage is het hoogst onder 18-34-jarigen en neemt af met de leeftijd. Hier valt nog behoorlijk wat winst te behalen.
Om te kunnen bewegen heb je spieren nodig. Deze zorgen er namelijk voor tijdens het samentrekken en ontspannen dat onze ledematen, ook wel extremiteiten genoemd, in beweging komen. Om dit te kunnen hebben de spieren brandstof nodig om energie op te wekken. Deze brandstof wordt voornamelijk uit onze voeding wordt gehaald.
Deze energie komt voort uit glucose en vet. Dus op het moment dat je de juiste balans weet te vinden om 50% glucose en 50% vet te verbranden dan voorkom je dat je aankomt. Heb je last van overgewicht dan kan aanpassing van je voeding ervoor zorgen dat je in deze balans gaat afvallen. Denk hierbij aan minder calorie inname en koolhydraten te beperken.
Tijdens het bewegen (verbruik van energie) ontstaat er ook warmte. Om oververhitting te voorkomen zal deze warmte doormiddel van zweten worden afgevoerd.
Om de brandstof om te kunnen zetten naar energie voor de spieren hebben we zuurstof nodig. De zuurstof wordt door de longen uit de lucht gehaald die je inademt en afgegeven aan het bloed. Dit bloed wordt vervolgens door het hart rond gepompt naar alle delen van het lichaam. Hoe meer (intensiever) je beweegt, hoe meer zuurstof de spieren nodig hebben. Het hart zal op dat moment sneller gaan kloppen om het zuurstofrijke bloed op die plek te krijgen waar het nodig is.
Het lichaam past zich aan.
Moe meer en/of zwaarder je gaat bewegen hoe meer je lichaam zich daar op aan past. Je spieren zullen sterker worden en er vormen zich meer bloedvaten om deze spieren van zuurstofrijk bloed te voorzien. Onder de spieren valt ook je hart (dit is immers ook een spier) en hoe krachtiger het hart wordt des te minder hard hoeft het te pompen om het bloed rond te krijgen. Je zult dus zien dat in rust je hartslag lager zal worden. Maar ook tijdens inspanning zal er op termijn een lagere hartslag gerealiseerd gaan worden. Het grote gevolg van deze lichamelijke aanpassing is dat je makkelijker gaat bewegen en dit ook langer vol kunt houden.
Verder wordt je brein extra geprikkeld doordat de doorbloeding toeneemt en de werking van hormonen en andere stoffen worden verbeterd. Dit za een positieve invloed hebben op de werking van je brein en een gunstige invloed op je stemming en cognitieve functies. Uitgebreide informatie over wat beweging met je brein doet lees je terug in het boek “Laat je hersenen niet zitten” van Erik Scherder.
Voorkom (welvaarts)ziekte doorbeweging.
Bewegen verlaagt je cholesterolgehalte, je gevoeligheid voor insuline, het risico op overgewicht en op een hoge bloeddruk. Daarmee kunnen chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte, botontkalking en zelfs dementie worden voorkomen. Er zijn bovendien aanwijzingen dat voldoende beweging de kans op het krijgen van borstkanker, darmkanker of longkanker met 10 tot 20 procent kan verminderen. Hier wordt echter nog aanvullend onderzoek naar gedaan.
Hoe vindt je de juiste balans?
Om de juiste balans te weten te bewegen moet je je maximale hartslag en het zogenaamde omslagpunt weten. Om de je maximale hartslag te bepalen wordt vaak de theoretische rekensom gebruikt van 220 min je leeftijd. Vervolgens wordt dan je omslagpunt berekend op 75% van de uitkomst van deze rekensom. Helaas betreft het hier een onnauwkeurige berekening en je zult zien dat de werkelijke waarden in de regel totaal anders liggen.
Om mijzelf als voorbeeld te nemen. Op het moment van dit schrijven ben ik 51 jaar. Dit zou betekenen dat volgens de berekening mijn maximale hartslag op 169 slagen per minuut ligt (220 – 51) en mijn omslagpunt zo rond de 127 slagen per minuut. De realiteit (na een fitheidstest middels de ECM meting) is dat mijn maximale hartslag op 182 is vast gesteld en mijn omslagpunt op 176.
Doormiddel van een fitheidstest kunnen we je helpen om jou juiste waarden te bepalen zodat je te weten komt waar jou balans van 50% glucose en 50% vet verbranding ligt.